26 januari 2007

Huppelend


Gisteren op het bomvol oksaal te Langemark, Bach gespeeld. Het doet wel eens raar om als uitvoerend organist, de luisteraars zo dicht bij je te hebben. Prof Ignace Bossuyt, uitgenodigd door het Davidsfonds, gaf er een gedreven lezing met luistervoorbeelden. Bach in één avond proppen is onmogelijk, dus werd er een keuze gemaakt. Enkele koraalvoorspelen uit het grootmeesters orgelboekje ontsnapten aan de loden pijpen en de Brandenburgse Concerti huppelden vrolijk de boxen uit. Al luisterend en kijkend naar de getoonde dvd, bekroop me de impuls om zomaar te gaan dansen. Bachs muziek is universeel maar ook emotioneel allesomvattend.

Er zit een hemelvanger
in de schuifmond van mijn
hifiketen, een schakel zo
zacht om mijn oren
kriebelend heen, een lipschijfje
draait zijn snorrende dans
vol eendenulletjes,
de naam van deze muziekmaker
draagt fier vier
letters, ik zing een bourrée
op de tonen van zijn allegro
mee. Mijn burcht brandt.