28 januari 2007

Hup Tia


Gisterenavond heb ik Tia Hellebaut haar indoor Belgisch record zien springen. Het is een trage sport, Linley en Havers dienden even te wachten vooraleer ze hun speurneuzen konden snuiten. Maar het loonde de moeite. Hoogspringen is vooral technisch: concentratie, aanloop, afzet... Alles dient tot in de puntjes te kloppen. Het mooiste moment is als de lat natuurlijk blijft liggen (of even natrilt). Op dat moment zie je de atleten een soort heupzwengel uitvoeren, de heup kantelt als het lichaam de grond verlaat, om evenwijdig met de lat te kunnen passeren. Als Tia erover gaat en de sprong geldig is, geeft ze ons van vreugde nog een heupzwengel mee op de mat.

Ik klim, ik klim
en zie een glimp
van een klimmende
lat in aanslag op
mijn gehaaste lijf.

Ik geef geen
krimp en span
de lucht tot
zwijgen.

Plof... een
mat ontvangt mijn
extase en zegt me
dat ik vloog.

27 januari 2007

De ziekte van lang denken


Zwart is het erts
dat mij denken doet,
git gutst in gouden
letters klaterend
mijn houten hart
uit.

Pek verbrandt mijn
pogen, mijn ogen
blikken innewaarts,
een afgrond drenkt
me abyssaal
in.

26 januari 2007

Huppelend


Gisteren op het bomvol oksaal te Langemark, Bach gespeeld. Het doet wel eens raar om als uitvoerend organist, de luisteraars zo dicht bij je te hebben. Prof Ignace Bossuyt, uitgenodigd door het Davidsfonds, gaf er een gedreven lezing met luistervoorbeelden. Bach in één avond proppen is onmogelijk, dus werd er een keuze gemaakt. Enkele koraalvoorspelen uit het grootmeesters orgelboekje ontsnapten aan de loden pijpen en de Brandenburgse Concerti huppelden vrolijk de boxen uit. Al luisterend en kijkend naar de getoonde dvd, bekroop me de impuls om zomaar te gaan dansen. Bachs muziek is universeel maar ook emotioneel allesomvattend.

Er zit een hemelvanger
in de schuifmond van mijn
hifiketen, een schakel zo
zacht om mijn oren
kriebelend heen, een lipschijfje
draait zijn snorrende dans
vol eendenulletjes,
de naam van deze muziekmaker
draagt fier vier
letters, ik zing een bourrée
op de tonen van zijn allegro
mee. Mijn burcht brandt.

25 januari 2007

Dag Dag

Niets aan te doen, vandaag is Gedichtendag. Dichters doen beelden spreken. De wind huilt al van zelf, dat is juist, maar niet alleen tranen met tuiten, ook woorden. En ze kan zwanger zijn van gelijk wat, zelfs in een onbewaakt moment, onbevlekt ontvangen.

Op een dag van poëten,
Breek ik een lans voor
De atlas onder de
Aarddragers, Orfeus
Onder muzikanten, maar
Zo’n lans dient niet gebroken,
Het speerpunt leent zich eerder
Tot het graffiteren van muren,
Letters op notenbalken wil ik
In bakstenen burijn tot
Tatoeëren.

Ik kras liever
Een bewegend vederpunt
In gestroopte ezelsruggen,
Bloed lepelend in
Rivieren van woorden,
Een rij van cellen slorp
Ik tot meerder glorie
Van oprispende maag-
Geluiden.

Ik verstom even
Om dan zonder
Omhaal racend uit de
Verkeerde hoek
Te komen.

24 januari 2007

Wit


Sommige dagen zijn meer met muziek gevuld dan andere. Gisteren begon het met een slakkengangetje maar al ras moest ik de teugels vieren. Ik kon me al vlug vastscharen aan de mooi gevormde manen van een witte Madonna en kon ik hoppeliederen gaan meeneuriën op het ritme van deze maangodin. Op de avond nam ik prestissimo het stalen ros ter vergroting van het Venetië van het Noorden. Daar hoorde ik de broodsnijmachine van Haydn en een vliegenmepper van Stravinsky. Trompetgeschal bleef mijn oor bevolken tot na een bodemloze slaap. Een Dame Blanche bereed haar nachtelijke bezemsteel en nestelde zich in een Westhoeks sneeuwveld vol open luchten. De maan stond zwanger een wolkje te strelen. Een wit cadeau omsluierde mijn ontwaken en had onze Chinese Dame aan haar garderobe doen denken. In de coulissen staat Hebe (een kind van Yvonne Serruys) nog op het netvlies van mijn herinneringen gebrand.

Wit
ligt ze
te hijgen,
voldaan
na de
val.

22 januari 2007

Chinese Dame


Zoals enkele dagen geleden gezegd, de eucalyptus die ons tuineinde markeert, heeft de stormen getrotseerd. Het is zo'n frêle verschijning, dat ik haar de 'Chinese Dame' heb gedoopt. Ze wiegt onoverkomelijk weg en weer, buigt gedwee, maar is nooit het noorden kwijt. Haar kruin (die langer is dan haar stam) staat steevast met haar hoofd richting Poolster. Bladeren vallen haar niet af en blijven haar metgezellen. Zelf denk ik dat ze nog steeds groeit, ze is dus nog niet volwassen geworden. Ze houdt me nu al enkele maanden in de ban. Ze zal niet weglopen, opdat ze niet zou vallen, hebben we haar aan gele banden gelegd. Eénmaal zijn haar ketenen gebroken, allerminst haar hart. Ze heeft vooral ons hart gestolen.

Een chinese dame
roert de luchten,
ze verzucht haar
melend vragen en
buigt krakend
haar leden, een
ruisend horen
vloert de winden
en legt mijn
zwerend hart
aan banden.

Ze staat
bewegend
stil.

Lenzen

Soms ga ik eens praten met oudere mensen, senioren genaamd. Die spreken graag over vervlogen tijden. En we leven nu ook in snel voorbij vliegende jaren. Vroeger hielden tradities lang stand, nu zijn het items in geschiedenisboeken, letter geworden rites, we lezen over gewoontefossielen. Het is alsof er doorheen de jaren gordijnen, mistige wolken en schemerige voiles over de gebeurtenissen zijn gevallen. We zien van heel ver iets, de contouren zijn vervaagd en we weten niet meer wat juist de ware inhoud ervan was. Daarom hebben we van tijd tot tijd verrekijkers nodig, haarscherpe loepen die ons het verleden wat bijstellen.

Een haarscherpe lens
brokkelt bij
elke klokslag verder af
en breekt haar nek
bij het doen en
laten, een kijkend
oog zweeft en ziet
bijziend het heden,
een groothoek
staat nukkig gestraft
en verliest het helder
zicht bij het avond-
gloren.

20 januari 2007

Stormschaa


Nu de storm wat gaan liggen is, is het rustig in de tuin. Twee pruimelaars hebben zich in de wind gelegd en hangen halfstok. De grond is drassig zodat de stammen niet gebroken zijn. Ik hoop dat de wortels nog tamelijk intact gebleven zijn, zodat de levenssappen in de lente de takken nog kunnen bereiken. Het geknakte riet mag niet gebroken worden. Met vereende krachten hebben we de twee afvalligen gestut met wat stokken. Als de grond aan hun voeten wat droger wordt, kan naar een betere oplossing gezocht worden. Een hoge eucalyptus heeft alvast de huilende windstoten overleeft.

Boomboon

Mijn voeten staan
in een wintervlaag,
mijn hoofd kopt koppig
de luchten en
zingt halfstok,
een huilend lied.

De grond kraakt
in mijn voegen,
wortels beamen een
trage pijn.

Ik leg
een boomboon
in een woelende
wind, water breekt
mijn wachten
niet.

19 januari 2007

De wind waait (natuurlijk)

De wind is
in een slabedje
gevallen, ze ligt
ronkend te slapen en
onschuldig welvoeglijk
te doen, een draak
likt in haar hoofd
zijn groene wonden,
het zuiderwerk
lijkt afgerond.

Ik keer
mijn steven naar
het noorden, mijn
scheepshuid is
geveld.

18 januari 2007

Trekkend paard


Ik houd van zegswijzen en spreuken, zo hangt 'De Druivelaer' in mijn bureau en lees ik elke morgen wel een weerspreuk, grapje of levenswijsheid. Ook hou ik van deze spitsvondigheden in een andere taal. 'Le présent est un présent', het heden is een geschenk, 'Tomorrow is another day', morgen is een andere dag. Of iets van de bedoeïenen: 'Middernacht, het uur dat de vliegen slapen'. Dingen om zichzelf aan op te trekken, trekpaarden dus. Hoe meer talen men spreekt, hoe meer wereldbeelden men schijnt te hebben.

16 januari 2007

De Windfee


Via een winderige Diksmuidseweg in Esen geraakt. Daar onze voorzitter van de orgelkring uit zijn bed gejengeld en op naar de kerk. Ik had er een afspraak met de windfee van dienst, Ilse Vromans. Voor haar schreef ik een werkje voor altfluit en orgel, 'La Fée du vent', te creëren op 16 juni van dit twaalfmaandenjaar. Na veel windgeluiden, ging ik nog even met het blonde tovervrouwtje mee naar haar huis, kwestie van de koude vingers op te warmen met wat rustige koffie. Michel, haar vriend, had een voorraad koekjes mee en al babbelend kwam deze contrabassist op zijn dada, het arrangeren en componeren van heuse liefdesliederen aller landen. Ishtar, een Babylonische liefde, is zijn huisorkest. Na deze sprookjesuren, vlinderde ik langs mooie binnenwegels terug naar huis, deed even mijn hoed af voor de Zarrense windmolen en reed, wind achter, op de kar van Aeolus mee.

Een toverstaf
klappertandt
gapende spleetjes
en vult een grijs
windgebit, een kind
zwaait gezwind
de haren, haar hoofd
wiegt op de wagen
van een fee
mee.

14 januari 2007

QQ


Mijn vroegste herinneringen qua vierwielers, waren de tafelritten en de zelfgemaakte vroemgeluiden in een kamer van mijn geboortehuis. We hadden van die heel oude karretjes, in hard plastiek: groen, geel en rood. We reden de ronde steeds in dezelfde richting. Later lieten we ze botsen, ze konden echt wel tegen een stootje. Nog later kwamen de matchboxen, die waren veel kleiner, maar ook vinniger en sneller. Die deden je handen wel meer pijn bij de botsingen en de verf kwam er ook eerder af. Ik zie dezelfde kleurtjes nu op de Chinese markt (vooral het geel:). Maar volgend jaar doen we hier toertjes in QQ's: een kleine, leuke wagen die bijna niets kost. De markt zal te klein zijn. (Moeten we dan rijden op Q8?)

13 januari 2007

Wie stal de berg?


Het dorpje Stalhille herbergt een mooi orgeltje. De kerk is wel dagelijks dicht (ook 's nachts) maar toch had ik de mogelijkheid om het instrument te toucheren. Dankzij Marcel, de sintpieterman van het godshuis, vond ik de weg naar de pijpenkast. Alleen al het front is de moeite waard. Vooral het viervoets fluitje van dit Van Peteghemschrijn, is de rit naar dit polderdorp de moeite waard. Ook de koffie die men u voorzet in herberg 't Hoekske is een romboutstoren waard. Een prachtig uitzicht over de vlakke weiden is er gratis, Le Plat Pays wordt er u toe gezongen door een strakke westenwind. Een zwaan kwamen we niet direct tegen, een volgende keer misschien?

Je bent aan groen
gras gebonden
en ademt grijze
meeuwenluchten vrij.

Je daken gillen
westenwinden, ik
sta pal en polder
in mijn staketsel.

Een toren bloklettert
een stal, een zwaan
bezwemt stil
een traag schrijvend
lied.

12 januari 2007

Aves in Aëre


Voor de leerlingen uit mijn orgelklas maak ik soms kleine didactische werkjes. Het moeilijkste aan deze stukjes is een gepaste titel vinden. Veel van mijn orgelstudenten zitten in de latijnse klas. Latijn is al heel lang een bonsai-stokpaardje van me. Vele titels uit vroeger werk moesten steevast woorden in deze dode taal zijn. Nu ook weer met een nieuw stukje orgelmuziek. Ik vroeg woensdag om een poëtische titel en iemand kwam met meer vogels in de lucht dan één in de hand.

10 januari 2007

Scarlatina


Ik heb iets ridderlijks met de Scarlatti-familie, Alessandro en Domenico (deze zoon overleed 250 jaar geleden), twee vermaarde componisten. Ik sloeg achterover toen ik nog even de encyclopedie raadpleegde, om deze avond les muziekgeschiedenis te geven over deze beide Napolitaners. Scarlatina (wat roodvonk betekent) stond te pronken neffens de beide Italiaanse toonmeesters. Mijn pseudoniem had ik ter naam genomen om verscheidene redenen, maar deze kwinkslag zat er voor niets tussen. Enkel lidteken, melk en de muziek waren geliefde componenten. Ook bloemen blozen scharlaken...

09 januari 2007

Hoekschop


Ik heb onmiskenbaar een hoekgevoel. Vertoevend in de Westhoek, waarvan Gwij Mandelinck eens zei: 'het is de broekzak van Vlaanderen', kijk ik van in de marge naar ons landje. Brussel en andere grootsteden lijken ver (een Amerikaan of Rus lacht ons vierkant uit). Het heeft een nadeel (we zitten veraf) maar ook een voordeel (we zitten buiten schot). Toch kijken we nooit naar onder (op de landkaart ligt daar de Oud-Vlaemsche stad Rijsel). Lille is Frankrijk en dus buitenland. Toch is het weinig meer dan 30 km rijden. Waarom houden wij ons dan eigenlijk in? Zijn we bang van deze metropool?

Schapen bewolken
een storm aan golven,
het gras grijnst
groen, het grijs
van baarden geurt
de einder. Ik
hoek west.

Is het er of is het er niet?


De wetenschappers schijnen gevloerd, hun bokkenpoten weten zich geen weg, ze staan te trappelen om kennis, maar vergaren alleen nog meer vragen. Ze tasten de uiterste grenzen af en galopperen bij elke hypothese. Het gras is veel groener aan de andere kant van de berg, de grasmaaiers loeien in hoge toeren, de motors slaan rood aan, ik verstik in de uitlaatgassen en Moeder Aarde omgort zich met een warme deken. Met het toekomstoog van Magister Hubble hebben ze een kaartje gemaakt van de zwarte (of donkere) materie (of zwarte energie). Hiermee maken ze iets zichtbaars wat niet zichtbaar is. Je moet het kind eerst een naam geven vooraleer je het kunt tekenen. Dan zien we pas wie het werkelijk is.

07 januari 2007

Anus Mundi


Er zijn enorm veel boeken geschreven over de holocaust. Door de jaren heen zijn al veel schrijvers mijn leesschoot gepasseerd. Zo ben ik nu 'De Smaak van Vrijheid' van Bob Mendes aan het doorbladeren. Een gedramatiseerd verhaal speelt zich in en om Buchenwald af. Ik tracht, tijdens het lezen, de vorige verhalen over jodenvervolging, oorlog en vele ontberingen aan dit verhaal te koppelen. Waar was Viktor Klemperer, Anne Frank, Etty Hillesum en zovele anderen, op het moment dat ik nu op een zonnige dag in april 1945 in het boek van Mendes vertoef? Voor mijn geestesoog zie ik dan een landkaart van Midden-Europa met hier en daar kleine brandende koolpitten.

Vluchteling

De tunnel is lang.
(Stenen lopen met me mee.)

Mijn voeten zijn gras.
(Ze groeien mijn benen in.)

Mijn land ligt in mijn hart.
(Grenzen zijn dode lijnen van bloed.)

Stap voor stap kom ik ver
Weg en verloren leg
Ik mij ter ruste in een
Verloren thuis vol
Bedorven lucht.

Mijn vlucht is een noodzaak.
(Nationaal belang is een muurkrant.)

Een zonsondergang is mijn enig bezit.
(De aarde lijkt zo licht.)

06 januari 2007

Epifane Sires


Te paard
volgden ze hun
vermeende droom,
de jacht op een ster,
een idool in hooi.

05 januari 2007

With Love


Onze hoofdstad heeft een heel aangenaam centrum. De Oude Markt werd bewoond door een grote kerststal en dito boom. Manneke Pis en zuster Jeanne waren nog steeds druk bezig met hun primaire behoefte. We bezochten het majestueuze Broodhuis en het Instrumentenmuseum. Het gebouw was vroeger een warenhuis, het Old England. Na een restauratie is het één van de mooiste gebouwen van Brussel. De Rue de Bouchers en de Koningsgalerij zijn nog steeds dé publiekstrekkers. 't Stadhuis was in de ban van gezondheid (oude plagen als syfilis, tbc en alcoholisme waren er geafficheerd). Verder was de Nieuwstraat niet te bewandelen, kooplustigen belegerden de winkels, het was er superdruk. Het was een warme midweek, het kwik was zot van het getal 10 en de regenschermen bleven dicht. Vlaams kun je er spreken, maar antwoorden zijn steevast in het Frans. Niets voor niets de hoofdstad van Europa. We mogen fier zijn op Brussel, al het witloof dat in de US wordt geconsumeerd, komt nog steeds uit Vlaanderen. En ik heb er ook Lait Russe leren drinken!

Oud Engeland
zat propvol
muziek,
in de etalage
zag ik me even
als uitverkocht
kind.

In een boek
vol zwarte blaren
zat Leon
zijn dames
te schrijven.

Water viel niet,
het stroomde
langs piemeltjes
de straat op,
manneke toch.

03 januari 2007

România


In mijn jeugd (die overigens een heel aangename geweest is), had ik een idée fixe. Als het echt slecht ging en we zagen geen uitweg meer, dan zouden we weglopen. Niet zomaar doelloos, neen, we zouden naar Roemenië gaan, echt waar. Vraag me niet waarom, dat was gewoon zo, niets aan te veranderen. Gisteren zag ik de documentaire op Canvas 'The last peasants'. Naar aanleiding van de toetreding tot Europa, toonde men het verhaal van enkele boeren, die graag West-Europa zouden bereiken om er een beter bestaan op te bouwen. Een groot contrast werd blootgelegd tussen het dagelijkse plattelandsleven en de realitiet in onze streken. De droom van elke landbouwer scheen een ticket naar Parijs te zijn. Velen konden ook de overstap maken, anderen strandden op de heenreis. Conclusie was dat er in het Westen wel welvaart kon bekomen worden, maar altijd aan een hoge prijs, misschien wel een té hoge. A propos, wij zijn ook nooit in Roemenië geraakt. De heenreis werd nooit aangevat: gezond boerenverstand?

02 januari 2007

Valse start


Het is alsof het jaar nu nog maar begint. Nieuwjaarsdag is als het ware een dag buiten categorie. Men bezoekt familie en luilekkert maar wat rond. Op 2 januari schiet mijn motor weer aan de praat en vul ik de vrije tijd in met dingen die op mijn doe-lijstje staan. Die te doene zaken liggen in hun wachtkamer tussen de telefoon en mijn lederen bureaublad (cadeautje op Kerst). Eén ervan is een recensie schrijven voor het tijdschrift Ambrozijn. Het slachtoffer is een schijfje met muziek van Ernest van der Eyken (Vlaams componist geboren in 1913). Het is voor mij de eerste keer dat ik zoiets doe, een maagdelijke trip dus. Het plezierde me wel dat me dit gevraagd werd. Zo kan ik twee van mijn interessevelden combineren: muziek en literatuur. Een nieuwe uitdaging, daar houd ik van!

01 januari 2007

Gratis Jaartje


Het nieuwe jaar zet niet in vooraleer de Wiener Philharmoniker zijn aantal walsen en polka's van de Straussfamilie heeft gedebeteerd. (In 1939 startte Clemens Kraus, de toenmalige muzikale leider van het gezelschap, het Neujahrskonzert. De eerste twee jaar ging dit galagebeuren nog door op Oudejaar). Alle vooraanstaande tv-zenders sturen het de ether in. Zubin Mehta was vandaag het trekpaard dat het orkest mocht dirigeren. Wat mij elk jaar opvalt dat is dat er überhaupt geen vrouwen in het ensemble figureren. Het is een echt mannenbastion. In een tijd waar vrouwelijke instrumentisten in zijn, blijft Wenen hardgrondig conservatief. Toch ontwaarde ik twee feminale strijkers, een altvioliste en een tweede viool. Zijn er dan toch barstjes in Weense burcht? Vroeger volgde dan het schansspringen uit Garmisch-Partenkirchen. Tot mijn spijt kon ik in mijn tv-gids dit programma niet vinden.

Het Nieuwe Jaar
zet zich
schoorvoetend
op pad, de
wind waait
ons,
waarheen?