
plooit zijn staart zoals
hij hem draagt en zal
in de eeuwen der eeuwen
amen.
Een varken stempelt zijn
neus in een roze tweeloopsdruk
en vlak maakt hij
die geaarde cirkel
rond.
Het varken knort
zijn meesterlijk lied
en vergeet het zachte stroofke
naast een ronkend refrein.
Zijn zitvlak is zijn ronde
paspoort, zijn galg,
zijn guillotine tot
een hemels maal.