17 november 2008

Zacht polyfoon

'Contrapunt' van Anna Enquist werd me aangeraden door een vriend. Alles rond dit boek ruikt naar muziek. Elk hoofdstuk ligt in een gouden variatiebed. Bach schreef dertig veranderingen op een aria. Hij toondichtte het werk voor de Heer Goldberg die elke nacht, als zijn broodheer niet kon slapen, wat klavecimbel diende te bespelen. Enquist ziet in elk deel een afspiegeling van een moederleven met haar dochter. Ze fugeert haar literair thema rond dit gegeven en startte zo vanuit een muzikale vorm. Het karakter van elke variatie komt teurg in het levensverhaal van de hoofdfiguur die zelf dit prachtige opus wil onder de knie krijgen. De schrijfster combineert zo het Bachverhaal met filosofie en kleurt zo de meest abstracte kunsttaal in met literatuur. Op het eerste zicht een geniale vondst. Toch bekruipt me tijdens het lezen een soort kortademigheid. Het tijdsverloop van de vertelling stokt om de haverklap, de verhaallijn schiet vooruit en dan weer achteruit, hapert en ligt soms languit op de grond. Misschien is het allemaal wat te cerebraal en dan weer wat te levensecht. Het was een goed moment om weer eens de opname uit 1955 van Glenn Gould uit de kast te halen. Het ellenlange stuk straalt constant een grote weemoed uit. Elke noot, of die nu snel of traag dient gespeeld, smeekt en doet het oor luisteren. De wiskundigheid van de compositie baart hier een grote emotionaliteit. Dit kan niet van het werk van Enquist gezegd worden.