18 juli 2008

In de rand

Periferieën en marges zijn intrigerend. Die tonen meestal wat in de kern van de zaak gebeurt, of zijn ze tegengesteld of ze zijn typisch aan het gebeuren waar ze zich rond bevinden. Doping is zoiets, daar wordt de bijzaak hoofdzaak. Ook de Kuipergordel bijvoorbeeld staat momenteel weer in de spots: Makemake (uit te spreken als maykee-maykee) is het laatste grote object dat men er vond, naast Ceres en Sedna (ons zonnestelsel wordt met de jaren zwaarder). Onlangs was ik te Laken (aan de rand van stad Brussel) om er het grote Schyvenorgel te bespelen. Dit orgel, dat aan de noorderkant van deze wereldstad op een hoog doksaal rust, is een meesterwerk uit de 19° eeuw. Het speelt wat stroef en het ziet er niet uit, toch heeft de klank een enorme waardigheid, diversiteit en kun je de romantische geest van jaren terug tot leven roepen (ik doe dit aan de hand van werk van Boëllmann, Raff en Liszt). Vooral de tongwerken zijn opwekkers van emoties die je maar één of tweemaal per jaar in jezelf kunt opwekken. Kunst is zoiets dat leeft aan de rand en als het hoofdzaak wordt, wordt het pas leuk. Het is niet vernietigend, het is verdiepend. Op de treinreis erheen (Brussel dan) nam ik een kleiner boekje mee dan Sartre en Mulisch ('travel light' is een mooi beginsel). Het betrof 'Mijn tweede huid' van Erwin Mortier (op aanraden van een muzikale vriend ter hand genomen). Als dat niet op de rand is, een tweede huid... je voelt wel aan dat ik als kunstenaar me het liefst aan de kant zet.