22 januari 2007

Chinese Dame


Zoals enkele dagen geleden gezegd, de eucalyptus die ons tuineinde markeert, heeft de stormen getrotseerd. Het is zo'n frêle verschijning, dat ik haar de 'Chinese Dame' heb gedoopt. Ze wiegt onoverkomelijk weg en weer, buigt gedwee, maar is nooit het noorden kwijt. Haar kruin (die langer is dan haar stam) staat steevast met haar hoofd richting Poolster. Bladeren vallen haar niet af en blijven haar metgezellen. Zelf denk ik dat ze nog steeds groeit, ze is dus nog niet volwassen geworden. Ze houdt me nu al enkele maanden in de ban. Ze zal niet weglopen, opdat ze niet zou vallen, hebben we haar aan gele banden gelegd. Eénmaal zijn haar ketenen gebroken, allerminst haar hart. Ze heeft vooral ons hart gestolen.

Een chinese dame
roert de luchten,
ze verzucht haar
melend vragen en
buigt krakend
haar leden, een
ruisend horen
vloert de winden
en legt mijn
zwerend hart
aan banden.

Ze staat
bewegend
stil.

Lenzen

Soms ga ik eens praten met oudere mensen, senioren genaamd. Die spreken graag over vervlogen tijden. En we leven nu ook in snel voorbij vliegende jaren. Vroeger hielden tradities lang stand, nu zijn het items in geschiedenisboeken, letter geworden rites, we lezen over gewoontefossielen. Het is alsof er doorheen de jaren gordijnen, mistige wolken en schemerige voiles over de gebeurtenissen zijn gevallen. We zien van heel ver iets, de contouren zijn vervaagd en we weten niet meer wat juist de ware inhoud ervan was. Daarom hebben we van tijd tot tijd verrekijkers nodig, haarscherpe loepen die ons het verleden wat bijstellen.

Een haarscherpe lens
brokkelt bij
elke klokslag verder af
en breekt haar nek
bij het doen en
laten, een kijkend
oog zweeft en ziet
bijziend het heden,
een groothoek
staat nukkig gestraft
en verliest het helder
zicht bij het avond-
gloren.