25 juli 2007

Goeloep


De duif leek me vroeger maar een ordinaire vogel. Te log, te vaalgrijs van kleur, een dom geluid voortbrengend, iets dat te melken viel en die de stad volpoepte. Na jaren kijken zie ik nu dat deze goeloep (Russisch voor duif en uit te spreken met een Franse 'G') gracieus kan zweefvliegen, glijdend mee met de luchtstromen klapwiekt en halsbrekende luchtacrobatie in de vlerken heeft. Mooi zijn de stijgende vluchten, waarbij de vogel even op haar hoogtepunt lijkt te stoppen, waarna ze even klepperend een glijvlucht aanvat. De kleur staat me nog steeds niet aan, ook het koeren niet. Toch heeft er zich een upgrade plaats gevat in mijn grijze hersencellenpan. Meestal sla ik ze in duo gade, evenals de kauwkoppels. Die zijn ook onafscheidelijk.

Ze neemt een
loopje met
de zwaartekracht,
Icarus verbleekt
bij haar sprei
aan veren,
ze vliegt zich
een staande ovatie.