
1/ Aries
O ranzige ram, kom en kam
je horens van je ronkende, ronde
rammelkop, verlaat het groenend
hemelgras en geef op die hoogste
wind van zwart warrelend sterrenstof.
Richt je baken naar beneên
en bespring een laag gelegen
weelde onder ruitende rokken,
akker mij omver en waag
een streek, splijtende gokken
op mijn waterweke beek.
2/ Taurus
O
ademloos staan poten
in jou ik-figuur, schier
sierlijk loopt gestold
bloed door aderen blauw en
bronstig kijkt een gesloten
hart naar jouw beider hoorns.
Sprakeloos valt een verborgen waterval
aan woorden om een gelauwerde
kop. Fraai gefronst groeit een
gebogen lijn tot in een stoere
nek, richting rode lap.
Een siddering vol ingehouden kracht
braakt onhoorbare lava van geloei.
Een frontale aanval vertelt
mij jouw eigen naam:
stier.