12 maart 2007

Laatste zin


Boeken hebben soms korte hoofdstukken. Ze versnipperen in het begin het verhaal om het dan op het einde te laten samenvallen in één slotgebeurtenis. Elke laatste zin van zo'n hoofdstuk, is meestal ontluikend, ontluisterend, verrassend of draait de ganse denklijn binnenste buiten. Zo'n boek is 'De brand van Istanbul' van Jason Goodwin. Ik ben eraan bezig en het houdt een lezer wakker. De tweebladzijdenhoofdstukken zijn uitermate informatief (Turkije, Sultan, de janitsaren passeren voor het geschiedkundig geestesoog) en bezitten telkenmale een slotzin vol epo.

De Janitsaar

Ik doe niets
dan vechten voor,
met of tegen
een slapende Sultan
of mezelf, een
serenade op zwarte
ketels is mijn
voorspel, een
dodelijke stilte
lijkt een slingerende
terminus onder de
plataan.

Formaties


Als men 's ochtends opstaat, doolt men veelal nog enkele momenten in het Grote Wakenland. Aan de ontbijttafel droomt de nacht nog even door en ben je eigenlijk dicht bij de bron, die inspiratie heet. Zo zag ik vandaag plots dat een welbepaalde formatie op onze tafel, onafscheidelijk is. Hoe, waar en wanneer die combinatie geboren werd, is onduidelijk. Wel staat als een paal boven water, dat ze bestaat en een hechte familie vormt. Het is een trio, een troika, een ménage à trois... Onhoudbaar zou het zijn ze niet alle drie samen op tafel te zetten of weer op te bergen in de kast. Het komt niet in ons hoofd op ze anders te plaatsen. Zonder sluikreclame te willen maken, gaat het hier over alledaagse dingen als een gele dakdoos met peperkoek, een lachende smeerkaas en het blauwe vierkant met speculoos. Ze zijn met onzichtbare draden met elkaar verenigd, een heilige drievuldigheid.