09 december 2007

Dagen

1/ Elke dag
is een warm gerecht
dat gisteren mijn
koud geworden morgen
wordt.

Het blad
van de dag
wordt geel verbleekt
bij een schijfje
zwarte nacht in
mijn leeg lopend
uurglas.

Het nu
telt de dagen
die er waren.

2/ Er ligt iets
te smelten op
mijn tong, er
loopt sap langs
de muren van de
kamer.

Ik smaak traag
de geur van
gesmoord geluid,
het verleden ademt
een trage dag.